Historie
Dishoek is eind dertiende eeuw gesticht als uitkijkpost voor de naastgelegen haven- en vestingstad Vlissingen. Bij Dishoek liggen nog altijd de hoogste duinen van Zeeland en die waren ook vroeger al een belangrijk herkenningspunt vanaf zee. Vervolgens werdt in 1579, ter bescherming van Walcheren, gestart met de bouw van diverse wachthuizen. Hierdoor werdt het in Dishoek veiliger, waardoor er mensen dicht bij deze wachtposten kwamen wonen.
Het kustdorp Dishoek dankt zijn naam aan de Zeedijk, die rond 1293 is aangelegd om het zwakke stuk duinen te versterken. Dishoek is een verbastering van Dyckshoecke, oftewel dijkhoek. Restanten van deze dijk zijn nog steeds te zien als bij stormvloed veel zand van het strand is gespoeld.
Toerisme
In de jaren na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde Dishoek zich tot een aantrekkelijk recreatiegebied en komt het toerisme langzaam tot bloei. In 1920 werd fietspad De Vroonslag aangelegd en werdt gestart met het verkopen van snoep en het stallen van fietsen van strandgangers en passanten. In 1929 ontstond het eerste verkooppunt op strand, waaruit later de strandpaviljoen Piet Hein uit is voortgekomen. In 1930 werdt het eerste pension van Dishoek gebouwd, genaamd Pension Westduinen. Dit persioen is inmiddels uitgegroeid is tot het huidige viersterrenhotel Westduin. Vervolgens is in 1949 in het Vebenabos nabij Dishoek een van de eerste vakantieparken van Zeeland gebouwd. Het ademt nog steeds de sfeer uit van wonen in het bos.
De Tweede Wereldoorlog onderbraak de bloeiperioden van Dishoek als badplaats. Na deze oorlog was er van Dishoek weinig meer over dan puin en zwaar beschadigde gebouwen. De wederopbouw werd snel ter hand genomen, zodat er na de oorlog alweer snel badgasten konden worden verwelkomd. Uiteraard ontbraken de eerste jaren de Duitsers. Maar ook die lieten niet lang op zich wachten. Vanaf de jaren vijftig liep het aantal Duitse toeristen weer sterk op.
Toerisme vormt voor Dishoek tegenwoordig de belangrijkste bestaans bron. Niet voor niets overigens wordt Dishoek, samen met het strand van Zoutelande en Westkapelle, wel de Zeeuwse Rivièra genoemd, want weinig Nederlandse badplaatsen kunnen bogen op een strand op het zuiden. Zelfs de landbouwbedrijven pikken hun graantje mee in de vorm van minicampings, het zogenaamde kamperen bij de boer. Fietsverhuur, strandpaviljoens, hotels, pensions, vakantiebungalows en gezellige terrassen. Het is er allemaal daar in het kleine Dishoek.